Een frontbouweenheid voor de aanleg van wegen, militaire versterkingen en infrastructuur waar ook Belgen worden voor aangeworven.
De werving voor de OT start begin 1941 op gang. Aanvankelijk is ze opgezet als werkverschaffing, waarbij gunstige arbeidsvoorwaarden een lokmiddel zijn. Belgische OT’ers worden aanvankelijk vooral ingezet met kortlopende arbeidscontracten in België en Frankrijk onder meer bij de bouwwerken aan de Atlantikwall. Na de inval in de Sovjet-Unie worden de vrijwilligers hoofdzakelijk aan het oostfront ingezet. De werving wordt ook meer gepolitiseerd doordat de collaborerende politieke partijen ze mee in handen nemen.
Na de oorlog worden circa 3.000 OT’ers veroordeeld wegens collaboratie. 700 van hen worden veroordeeld voor wapendracht als lid van het OT-Schutzkorps dat ingezet werd tegen partizanen.
De Wever, Bruno. “Militaire Collaboratie in België Tijdens de Tweede Wereldoorlog.” Bijdragen En Mededelingen Betreffende de Geschiedenis Der Nederlanden 118 (2003): 22–40.